-->

Grenache Noir

Grenache

Origine

Grenache noir is een variëteit van Spaanse origine (garnacha tinta), meer precies uit de regio van Aragon. In de middeleeuwen, met de overheersing van de koningen van Aragon en de uitbreiding van dit koninkrijk naar de zuidwestelijke kustregio, de streek tussen Avignon, Aix en Marseille, alsook Sardinië, werd deze druivenvariëteit ook in Frankrijk geïntroduceerd, waarna het een van de meest gebruikte druivenrassen werd voor rode wijnen in deze regio.

Aroma's

Het typische aroma van grenache noir is zoete, zwarte kers. Als aanvulling van deze verleidelijke geur vinden we ook toetsen van gedroogde vijg, tabak, mokka en witte peper terug. Bij deze krachtige aroma's worden vaak ook toetsen van zoethout, teer, zwarte olijf en kreupelhout toegevoegd, vooral wanneer de opbrengsten laag worden gehouden.

Welk type wijn?

Grenache noir bezit een groot potentieel om suikers op te slaan, maar de kleur wordt snel minder intens wanneer de opbrengsten hoog zijn. Ze moeten dus laag gehouden worden. De zuren zijn meestal laag, maar de smeuïgheid daarentegen is opmerkelijk. Wijnen op basis van grenache noir zijn vol. De twee karaktertrekken van deze variëteit zijn kracht en body, met daarnaast ronde en versmolten tannines. Het alcoholpotentieel van grenache noir laat toe om er kwaliteitsvolle natuurlijk zoete wijnen van te maken, dit wanneer de opbrengsten laag worden gehouden en de kleur goed geconcentreerd is.

Aangeplante zones

Grenache noir is een mediterraan druivenras en in Frankrijk exclusief te vinden langsheen de mediterrane kust, van de Spaanse grens in het zuidwesten tot Fréjus in het zuidoosten, alsook in Corsica. Buiten het mediterraan klimaat is deze druif niet in staat om te rijpen.

Rijping

Grenache noir bot relatief vroeg, amper zes dagen na chasselas, het ijkpunt, maar rijpt veel later. Grenache noir rijpt vier weken later dan chasselas, wat het een druivenras van de 4de periode maakt.

Kracht

Grenache noir, gekend voor de kracht van zijn grillige wijnstokken, is een krachtig druivenras dat rechtop groeit en probleemloos de hevige tramontane en mistral verdraagt, twee sterke winden uit de Franse mediterrane kuststreek. Grenache noir moet kort gesnoeid worden (gobelet of cordon) en geeft de beste resultaten bij lage opbrengsten, wat vaak het geval is in deze mediterrane regio door de natuurlijke droogte en arme ondergronden. Deze variëteit heeft een hoog potentieel om suikers op te slaan, maar zijn kleur vermindert snel wanneer de opbrengsten hoog zijn. De zuren zijn meestal laag. Het alcoholpotentieel van grenache noir laat toe er excellente natuurlijke zoete wijnen van te maken (vins doux naturels), maar enkel wanneer de druiven aangeplant staan op kwalitatieve terroirs en de opbrengsten goed onder controle gehouden worden.

Favoriete bodem

Grenache noir is goed aangepast aan bodems die lichtzuur, warm, kiezelachtig of met keien zijn, een bodem die perfect het zonlicht weet te weerkaatsen, wat voor een lange en optimale rijping zorgt. Ondergronden met veel kalk en een lage pH zijn minder geschikt.

Ideaal klimaat

Grenache noir is een zeer late rijper, wat het enkel geschikt maakt voor mediterrane gebieden waar zon en opgeslagen warmte voor een lange rijping zorgt, vooral op het einde. Wanneer er continentale invloeden of invloeden van de Atlantische Oceaan merkbaar zijn, rijpt deze druif lang niet zo goed. Dit is de reden waarom men in Frankrijk dit druivenras enkel in de mediterrane regio aantreft, een regio met veel wind en met weinig grijsrot, iets waar grenache noir net heel gevoelig voor is.

Gevoeligheid voor ziektes en plagen

Grenache noir is enorm gevoelig voor meeldauw en excoriose en vrij gevoelig voor bacteriële necrose, grijsrot en druivenwormen. Daartegenover is het weinig gevoelig voor mijt en wanneer de wijnstokken niet geënt zijn, is deze druif ook goed bestand tegen rondwormen (nematoden), meer bepaald Meloidogyne arenaria, in de zanderige kuststreek van de Camargue.

Herkenningspunten

De jonge bladeren van grenache noir zijn schitterend felgroen, terwijl de jonge twijgen geel zijn van kleur. De jonge twijgen van grenache noir hebben groene internodiën en de uiteinden van de jonge twijgen hebben een dun laagje platliggende haren. De volwassen bladeren zijn getand met rechtlijnige zijden, een anthocyane pigmentatie op de petiolen en nerven, met een blad dat heel glad is en grillig van vorm. De onderkant van het blad heeft heel weinig tot geen opstaande op platliggende haartjes. De trossen van grenache noir zijn medium tot groot en de bessen zijn medium groot.